Het was Pasen geweest. Traditiegetrouw had ik de doos met Paas-spullen van zolder gehaald. Servetjes met paaseieren erop, gele donzige kuikentjes op plastic pootjes, houten paashangers in pastelkleuren, eierdopjes in de vorm van een Paashaas, een eierverfmolen met waterverf. Een paar dagen eerder hadden we bij Wout’s Bloemenshop de mooiste paastak uitgekozen. Op eerste Paasdag zochten we chocolade-eieren bij opa en oma in de tuin – ook dit jaar vonden we niet alle eieren terug – en we genoten van een paasbrunch met broodjes in de vorm van haasjes en boter in de vorm van een lammetje (mijn zwager dacht dat dit laatste een stuk witte chocola was en zette al bijna zijn tanden erin, maar dat terzijde). Allemaal te cliché voor woorden, maar tradities moet je vieren, vind ik. Iets met wie het kleine niet eert. Het zal vast iets met de opvoeding te maken hebben die ik genoot in het katholieke zuiden des lands.
Ik las Boris voor uit ‘Drie ei is een paasei’, een kinderboek uit 1989 van Jacques Vriens en Dagmar Stam. Een klassieker, als je het mij vraagt. Het boek gaat over de paashaas, paaseieren zoeken, de lenteschoonmaak, paasstokken met broodhanen erop en over dat Jezus, het baby’tje dat was geboren met Kerst, werd doodgemaakt. Boris was verontwaardigd. Dat lieve baby’tje dat in zijn hoofd nog maar net geboren was – kerst was immers nog maar drie maanden terug – in een kribbe met wat hooi. Iedereen was juist zo blij met Jezus geweest, maar nu werd hij dood gemaakt. ‘Je mag mensen geen pijn doen of dood maken, je moet dingen altijd samen oplossen. Kunnen we Jezus weer levend maken?’.
Ik vond het mooi en troostrijk. Had Boris hier niet onbewust de kern van Pasen te pakken? Mensen weer levend maken, samen dingen oplossen. Mijn gedachten dwaalden af naar kinderen in crises, zoals in Gaza of Soedan, waar al te veel kinderen zijn omgekomen en waar kinderen lijden aan ondervoeding. Ik las ergens dat juist de allerkleinsten – kinderen van nul tot zes maanden – het kwetsbaarst zijn. Dingen samen oplossen zou een hoop leed voor alle kinderen wereldwijd besparen. Konden we de omgekomen kinderen maar weer levend maken.
‘Iedereen zou weer blij zijn’, besloot Boris. Ik knuffelde hem. Ik wou dat het zo simpel was.
‘Iedereen zou blij zijn’
door
Tags: