Het was de week van de lentekriebels. Boris – vier jaar oud – vertelde dat de juf had verteld over baby’s. Dat voordat een baby geboren wordt, die in de buik van een mama woont, en dat de buik daarom groter wordt. Dat de baby eten krijgt via een soort slangetje, de navelstreng. En dat de baby in de buik kan drinken, duimen, duikelen en trappelen met de beentjes en armpjes. Ze hadden gekeken naar hoe vogels een nestje bouwen met takjes en hoe kuikens uit een ei komen. Dat de papa- en mamavogels af en aan vliegen met wormpjes en insecten om de kuikens te voeren. Ze hadden ook tomatenzaadjes in de grond gestopt. En ze hadden er pitjes van een mandarijn bij gedaan, je weet maar nooit. Een week later waren de eerste groene blaadjes van een beginnende tomatenplant al te zien.
Op zaterdag gingen we naar het tuincentrum. Boris mocht bloemenzaadjes uitkiezen. Hij ging voor zonnebloemen. Bij het zien van honderden dahlia’s in allerlei kleuren riep hij uit ’Kijk mama, regenboog-bloemen!’. Hij mocht er een meenemen en koos een roze. Ik zocht een klimplant en kocht op advies van een medewerker de Toscaanse jasmijn, ‘deze heeft lekker ruikende bloemetjes in de zomer én behoudt zijn blad in de winter’. Dat klonk mij als muziek in de oren voor iemand met twee linkerhanden en amper groene vingers. Terug thuis trokken we tuinhandschoenen aan, we verwijderen onkruid, schepten de grond uit zakken in de tuin, keken naar een bij, deden de zaadjes in de grond, gaven de plantjes water en we kwebbelden vrolijk over de bloemetjes en de bijtjes terwijl de vogeltjes om ons heen aan het fluiten waren.
Toen we klaar waren dronken we voldaan op ons bankje in de voortuin een kopje thee met een chocolade paaseitje erbij.
’s Avonds legde ik Boris op bed. Allebei hadden we rozige wangen van die eerste lentezon. Vlak voordat hij in slaap viel, zei Boris ineens: ‘Als jij nou veel paaseieren gaat eten, dan wordt jouw buik dik en groeit er een baby in jouw buik!’ Eén en één is twee, moest hij tevreden gedacht hebben. Ik glimlachte, het spreekwoordelijke zaadje over de bloemetjes en bijtjes was in ieder geval geplant.